1VZ

Hier is alles wat ik in 1vz heb gedaan.

PROJECTEN

Hier vertel ik over mijn projecten. 

PAPERTRACK

Het eerste project was in de eerste week van school. Toen gingen we met zijn allen in groepjes van vier een baan van papier maken waar een knikker overheen moest rollen. Die moest zo lang mogelijk en goed blijven rollen. dit project was in de eerste week van school.

DECATHLON

Voor Decathlon moesten wij een nieuwe innovatie maken voor de afdeling trekking. we moesten werken in groepjes van vier kinderen en ik werkte samen met de groepsleider: Hadassa en de andere teamleden: Dinand en Lisa.Dit is de groepportfolio van mijn groep: https://decathlon.webnode.nl/ 

KINDERCHIRURG

Voor de kinderchirurg moeten wij een oplossing maken dat hij kan opereren met maximaal 2 gaatjes en zo dat het lieskanaal gesloten wordt en blijft. Mijn team is: Andy, Jorden en ik.Meer informatie: Klik hier voor de teamwebsite

Klik hier voor de opdracht 

EUREKACUP!

Voor de eurekacup hebben wij een opdracht gekregen van defensie. Voor defensie is de opdracht dat wij een militaire basis ontwerpen die zij kunnen verlaten zonder enkel spoor dat zij daar zijn geweest. onze groepswebsite is: https://team4-eurekacup.webnode.nl/.

Wij hebben ons best gedaan, maar jammer genoeg heeft ons groepje heeft niet gewonnen van de klas.

Zelfreflectie: Tijdens Eurekacup heb ik veel geleerd. Zoals: ik heb geleerd wat je moet doen als je leider bent in een groepje, ik heb geleerd hoe je in Fortnite een prototype maakt, ik heb geleerd dar je altijd goed je best moet blijven doen.    

 

LEERDOELEN

Mijn leerdoel voor de tweede opdracht is van de Competentie plannen en organiseren en dan werkt ordelijk en systematisch volgens het (door begeleiding) opgestelde stappen of activiteitenplan

Mijn leerdoel voor de derde opdracht is van de Competentie Ambitie en dan wil ik als doel meer dan gemiddeld doen.

GESCHIEDENIS

Vaardigheden

  1. Nieuwsgierig omdat ik altijd graag dingen wil weten
  2. Positief omdat ik alles bekijk van de goede kant
  3. Betrouwbaar omdat je mij kan vertrouwen.

Deelvragen Hoofdstuk 4

  • 1. Hoe groeide Rome uit van kleine stadstaat tot wereldrijk?

Rome ligt op een goede plek: namelijk aan de rivier de Tiber. Veel grote wegen leiden naar Rome daardoor konden ze goed handelen. Mensen wouden met Rome handelen omdat ze zout te bieden hadden en dat was heel zeldzaam in die tijd. Daardoor kregen ze veel geld.

  • 2. Hoe werd het Romeinse Rijk een monarchie, een republiek en uiteindelijk toch weer een monarchie?

De Etruskische koning Tarquinius Superbus werd verjaagd door de Romeinen omdat hij arrogant en wreed was en omdat hij verjaagd werd werd de monarchie afgeschaft. daardoor is er republiek gekomen in Rome en werden elk jaar twee consuls gekozen. zo bleef de macht verdeeld. uiteindelijk ging Rome weer terug naar een monarchie omdat populares en de optimates oorlog gingen voeren en degene die die oorlog had gewonnen wou natuurlijk alleen aan de macht blijven, dus benoemde die zichzelf tot enige consul of dictator. zo hoefde hij de macht niet te delen.

  • 3. Hoe verspreidde de Grieks-Romeinse cultuur zich over Europa?

Doordat de Romeinen Noordwest-Europa veroverde. ze namen al hun spullen mee: standbeelden, bouwwerken en boekrollen. Ook als de Romeinen een gebied hadden veroverd moesten ze een hoofdstad hebben om van daaruit het gebied te besturen. Dat hele gebied was aae elkaar aangelegd met kaarsrechte wegen en midden in de stad op het snijpunt van de twee hoofdwegen ligt het forum. Daaraan lagen de belangrijkste tempels.

  • 4. Waardoor kwam er een einde aan het Romeinse Rijk?

Rond 250 was er overal chaos: in het leger, in de economie en in het bestuur. dat komt doordat in de eerste twee eeuwen van de keizertijd de Romeinen heel veel geld hadden. elke keizer ging steeds meer geld geven aan alle mensen zodat ze goede vrienden konden blijven met de soldaten. ze gaven zoveel uit zodat ze uiteindelijk heel weinig hadden en er een economische crisis kwam.

  • 5. Waardoor kreeg het christendom steeds meer aanhangers?

Omdat als je in Jezus zou geloven dan zal je na de dood voortbestaan. en dat gold voor iedereen, slaaf of meester, arm of rijk, man of vrouw. mensen werden ook christen omdat dan de arme mensen in de kerk beter konden worden geholpen.

Deelvragen Hoofdstuk 5

  • 1. Welke invloed hadden geweld en geloof in de vroege Middeleeuwen?

Geweld had een grote invloed op de Middeleeuwen. Een voorbeeld is dat de Frankische koning Clovis alle Frankische vorsten uit de weg ruimde, inclusief zijn eigen familieleden. Elk jaar ging Karel de Grote op oorlogspad met zijn krijgsmannen en vocht 30 jaar tegen de heidense Saksen. Die Saksen geloofden dus niet in een god of meerdere goden, maar geloofde helemaal nergens in. Toen Karel de Grote de Saksen had verslagen dwong hij ze met geweld om christen te worden. Verder vocht hij ook tegen de moslims om nog meer macht te krijgen.

  • 2. Hoe ontstond het rijk van de Franken en hoe werd het bestuurd?

Het begon met dat de Romeinen de Franken toe lieten binnen het rijk om mee te helpen de grenzen te beschermen. De Franken leefden oorspronkelijk ten oosten van de Rijn in wat nu Duitsland is. De Romeinen hadden de Franken al eerder in België en Zuid-Nederland toegelaten. Aan het eind van de vijfde eeuw slaagde Clovis (die uit de familie de Merovingen kwam) erin om heel Frankrijk te veroveren. Clovis was een meedogenloze heerser. Hij ruimde alle andere Frankische vorsten, inclusief zijn eigen familieleden uit de weg zodat hij de enige heerser was. Clovis heerste over Germanen en afstammelingen van Gallo-Romeinen. Hij heerste ook over de Franken die aan de overzijde van de Rijn leefden. Toen Clovis stierf in 511, kreeg elk van zijn vier zonen een deel van het rijk. En samen slaagden ze erin om het rijk nog groter te maken. Maar omdat bij de dood van een koning steeds weer werd opgedeeld, gingen de koningen meer met elkaar vechten dan met hun eigenlijke vijanden. Intussen namen de macht van de hofmeiers toe. Een van die Hofmeiers was Karel Martel. Hij versloeg rond 732 in de buurt van Poitiers een moslimleger dat via Spanje Frankrijk was binnengedrongen. Hij had eigenlijk meer macht dan de koning en was de feitelijke heerser van de Franken. Zijn zoon Pippijn III de Korte zette in 751 de laatste Merovingische koning af en werd zelf koning. Pippijns zoon Karel de Grote was de machtigste van alle Frankische koningen. Naar hem wordt deze koningsfamilie genoemd, namelijk de Karolingen

Conclusie: Clovis was een wrede koning maar wel een sterke koning.

  • 3. Hoe was de agrarische samenleving georganiseerd?

Een domein was het landgoed van een heer: een koning, edelman, bisschop of abt. Het werd bewerkt volgens het hofstelsel. De landbouw grond was verdeeld in twee stukken. Op een stuk stond het kasteel of klooster met akkers van de heer. Daar werd het werk gedaan door zijn knechten en horigen. De horigen hadden hun akkers op het tweede deel van het domein. Voor de akkergrond betaalden de horigen huur door een deel van hun oogst aan de heer te geven. De heer was niet alleen de eigenaar van de grond, hij oefende ook de rechtspraak uit over de boeren die op het domein van de heer woonden. Als twee boeren bijvoorbeeld ruzie kregen over een stuk grond, moesten ze het bij de rechtbank van de heer uitvechten. De rechtszitting vond dan plaats in een kasteel of klooster.

  • 4. Hoe verspreidde het christendom zich over Europa?

De Germaanse volken die het vroegst met de Romeinen in contact kwamen, veranderde al snel naar het christendom. bij die kerstening (verandering van godsdienst) hadden de heer en adel een rol. Bijvoorbeeld de Frankische koning Clovis liet zich in het jaar 496 katholiek dopen. samen met veel van zijn edelen. Daardoor lieten veel andere Franken zich ook dopen. Clovis kreeg hierdoor meer steun van de Gallo-Romeinen. De Frankische heersers hadden een goede band met de paus van Rome. de pausen stuurden missionarissen uit. Deze mensen werden beschermd door de Frankische heersers. De kerstening bij de Friezen en de Saksen ging moeilijker dan bij de Franken. Hun bekering viel samen met hun gebied na de verovering van de Franken. De leider van de Friezen en Saksen werkten niet mee, ze verzetten zich zelfs.

  • 5. Hoe ontstond de islam en hoe heeft deze nieuwe godsdienst zich verspreid?

Op een Arabisch schiereiland is in de zevende eeuw de islam ontstaan. Op dat schiereiland woonden toen stammen die leefden als nomaden. Die stammen voerden vaak oorlog met elkaar. Mohammed was een handelaar uit Mekka. Hij veranderde dat die stammen oorlog met elkaar voerden. Mohammed kreeg visioenen. in die visioenen bracht een aartsengel genaamd Jibriel, Mohammed boodschappen van God. deze god noemde hij Allah. Mohammed noemde zichzelf de boodschapper van Allah. Later werden de boodschappen die hij had gekregen gezet in de Koran, het heilige boek van de moslims. De inwoners van Mekka waren niet erg geÏntresseerd voor dit geloof. Mohammed moest daarom later zelfs vluchten. Hij was gevlucht naar de stad Medina. Deze vlucht heette de Hedsjra. Dit is het begin van de islamitische jaartelling. In 630 namen Mohammed en zijn volgelingen Mekka in. Toen Mohammed twee jaar daarna stierf, waren de meeste Arabische stammen op het schiereiland bekeerd tot de islam. Na de dood van Mohammed gingen de veroveringen heel snel. Dat kwam omdat de Arabieren goed getrainde en snelle ruiters hadden. Maar ook omdat hun tegenstanders waren verzwakt door burgeroorlogen en onderlinge oorlogen. Ook werd elke moslim die in de jihad (of heilige oorlog) zou sneuvelen beloond met een plekje in het paradijs. Daardoor waren veel soldaten heel fanatiek. Na 25 jaar veroverden de kaliefs (Mohammeds opvolgers) het hele Midden-Oosten. Daarna was Noord-Afrika aan de beurt.

  • 6. Door welke oorzaken viel het Karolingische rijk uiteen?

Toen Karel de Grote in 814 stierf, had hij maar één zoon. Die heette Lodewijk de Vrome. Zelfs toen Lodewijk nog leefde kregen zijn zonen al ruzie over de verdeling van de erfenis. In 840 verdeelden zijn zonen het rijk. Uiteindelijk kreeg Karel de Kale het westelijke deel, Lodewijk de Duitser het oostelijke deel en Lotharius (de oudste zoon) kreeg het middelste stuk. Na zijn dood viel het rijk veel verder uit elkaar. Daarna kwamen de stukken van dat rijk weer bij de andere rijken. Toen al regeerde daar geen Karolingen meer. Ook vielen de Noormannen en de Vikingen Europa binnen. Alle kustgebieden in Noordwest-Europa waren door hun ingevallen. Utrecht en Dorestad waren geplunderd, dat was de belangrijkste Friese handelsplek. De nakomelingen van Karel de Grote waren erg verzwakt en konden dus weinig doen tegen de Noormannen, Vikingen en andere invallers. Die andere invallers waren bijvoorbeeld de Hongaren en Saraceense (of islamitische) zeerovers. De edelen kozen andere koningen die iedereen wel konden beschermen. De plunderingen namen pas rond het jaar 1000 af. In die tijd hadden de Noormannen al grote gebieden veroverd, waar ze zijn gaan wonen. Ze woonden gewoon met de oorspronkelijke bewoners van de gebieden en werden christen. De nieuwe koningen hadden niet zo veel macht als de Karolingen in de tijd dat ze groeiden. Machtige leenmannen gingen hun grond steeds meer als hun eigendom te aanschouwen en lieten deze grond steeds weer aan hun zonen over, zonder dat ze een eed van trouw aflegde aan hun koning. De koningen hadden steeds minder controle over hun koninkrijk en rond het jaar 1000 werd bijna heel Europa door kleine heren bestuurd, die zich van niemand iets aantrokken. 

TEKENEN

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin